Geschreven door
Suzanne
15 augustus 2018 | Voeding
Deel deze blog
Snake fruit
Misschien heb je ’t al eens in de toko gespot en anders wellicht op een Aziatische markt: snake fruit, of slangenhuidvrucht. Wat is het? Wij doken in dit exotische vruchtje.
Snake fruit, slangenhuidvrucht of salak is een druppelvormige vrucht met een roestbruine, slangenleer-achtige schil. Binnenin zit wit-geel vruchtlees met daarin een oneetbare pit. Slangenhuidvrucht groeit in grote trossen, net als bananen. Aan elke tros kunnen tot wel 40 vruchten groeien.
Snake fruit wordt iets groter dan een vijg en heeft een beetje dezelfde vorm. Snake fruit groeit van nature in Indonesië en Maleisië, maar wordt ook in Australië, India en de Filipijnen verbouwd.
Het vruchtvlees van snake fruit smaakt een beetje friszuur en voelt knapperig in je mond. Een beetje als een appel. Over het algemeen geldt: hoe witter het vruchtvlees, hoe zoeter (en duurder) de vrucht.
Je pelt snake fruit vanaf het topje. Maak een klein ‘sneetje’ aan de bovenkant en trek de schil er zo reepje voor reepje af. Vervolgens kun je het witte vruchtvlees eten. De pit spuug je uit: die is oneetbaar.
Nog meer tips over hoe je snake fruit het beste kunt eten? Bekijk het korte filmpje hieronder.